In 2021 gaat de omgevingswet van kracht. Dit is een stukje over de consequenties voor de legesverordening en het kunnen innen van leges voor het taakveld van de omgevingswet. Dit pagina is bedoeld voor gemeentes te helpen bij het maken van een nieuwe legesverordening onder de Omgevingswet.
Per saldo hoeft er, behalve tekstuele wijzigingen, niets te gebeuren met de legesverordening. Bijvoorbeeld: daar waar Wabo staat moet dat worden vervangen door Omgevingswet. De hoogte van de leges mag de gemeente zelf vaststellen op basis van kostendekkendheid. De rijksoverheid heeft dus géén vaste bedragen vastgesteld.
Toevoegingen
Milieuvergunningen en meldingen (omgevingsvergunning milieubelastende activiteit) mogen weer belast worden met leges. Er moeten eerst beleidsmatige keuzes worden gemaakt of die heffing ook wordt ingevoerd. Voorafgaande deze beslissing is het handig als de milieudienst of omgevingsdienst inzicht geeft in de kosten van zo’n vergunning. Dit laat onverlet de mandaatregeling, welke ook herzien zal moeten worden (desgewenst).
leges voor bodemsaneringen moet ook worden ingevoerd, of niet, als er een beleidsmatige keus is gemaakt om dat niet te doen.
Hoogte leges
Bij de leges gaat het om drie onderwerpen, milieuleges, leges rond bouwen en leges voor bodemsaneringen. De hoogte van de leges voor de 3 onderwerpen is nog wel een aandachtspunt om dat (globaal) opnieuw vast te stellen. Voor de milieutaken en bodemsaneringen is dat relatief eenvoudig: Vraag bij de Omgevingsdienst na wat het kost en reken dat door. De leges voor het bouwen moeten wel behoorlijk op de schop. Zo is de verwachting dat er 60% minder aan bouwtechnische toetsen (bouwbesluit) zal mogen worden uitgevoerd. Ook zal de planologische toets meer worden gescheiden als onder de WABO. De tarieven zullen dus anders moeten worden opgebouwd waarbij het uitgangspunt wel hetzelfde blijft als nu: leges moeten (op basis van circa 5 jaar) kostendekkend zijn. Daarbij is het ook nog steeds zo dat kleine bouwwerken geld mogen kosten die dan weer gedekt mogen worden door de grotere projecten.
Opbouw legeskosten
Als kosten direct zijn toe te wijzen aan de dienst waarvoor leges geheven worden, mogen zij in deze pot worden opgenomen. Dit geldt voor interne capaciteitskosten, externe kosten, doorbelastingen van andere gezagen, en er mag een opslag worden gerekend voor overhead.
Concreet? Simpel gezegd: De kosten voor de afdeling vergunningverlening, inclusief de onderzoeken die daar gedaan worden, en met een opslag voor de overhead ten behoeve van deze afdeling.
Wat niet? De kosten voor de planvorming en de kosten voor toezicht en handhaving.
Activiteitenbesluit
Het toepassingsbereik van rijksregels zoals die nu in het Activiteitenbesluit is vastgelegd wordt beperkt. Dit leidt ertoe dat de meldplicht van rijkswege voor veel bedrijven/inrichtingen vervalt. Het gaat bijvoorbeeld om de meldplicht voor horeca, sommige typen onderwijs, sportfaciliteiten, kantoren of detailhandel. In de “bruidsschat” van het Invoeringsbesluit Omgevingswet zijn echter alle meldplichten die vervallen waren weer opgenomen. Dit leidt ertoe dat, totdat een gemeente in het Omgevingsplan anders heeft beslist, alle meldplichten voorlopig gewoon van kracht blijven. Pas na een besluit hiertoe van de gemeente ontstaat deze besparing. Het kan hierbij om een reductie van maximaal ruwweg 60% van de huidige meldingen gaan. En hiermee bespaart zowel de gemeente als het betreffende bedrijf/inrichting op de kosten.
De gemeente zal de afweging moeten maken of de nu verkregen informatie uit de meldingen nog steeds noodzakelijk wordt geacht. Met welk doel wil de gemeente iets weten? Het doel van een melding is om überhaupt te weten dat er ergens voortaan sprake is van een activiteit. Is het nodig dit te vragen? Is deze kennis niet al uit een andere bron (bijvoorbeeld de omgevingsvergunning of de melding brandveiligheid) beschikbaar? En als de meldplicht als noodzakelijk gezien wordt door de gemeente, hoe uitgebreid zou de meldplicht moeten zijn? Volstaan de naam en adresgegevens met een simpele aanduiding als kantoor, onderwijs of horeca, of is er meer nodig?
Na 2021 en tot 2029
Met het vaststellen van de Omgevingsvisie en hierna het omgevingsplan kunnen er nog wijzigingen in de legesverordening. Daar waar men (op termijn) eventuele keuzes maakt over bijvoorbeeld het schrappen in de ruimtelijke vergunningplicht en deze te vervangen door algemene regels vervalt er een deel van de workload van de afdeling door het niet meer hoeven te toetsen van de ruimtelijke regels. Dat kan gevolgen hebben voor de algemene leges inkomsten en dus is bij iedere vaststelling van een ruimtelijk besluit in het omgevingsplan een herberekening van de legesinkomsten te adviseren. Dit is geen verplichting, maar wel raadzaam. Als men kiest voor een meldingssysteem is dat gelijk (voor de financiën) als het schrappen van een vergunningsplicht; een melding mag niet worden belast met leges.