Author Archives: admin

Toevoegen activiteit Bouwen Wabo

 

 

Als de gemeente vraagt om een activiteit toe te voegen aan een bestaande aanvraag is dat niet helemaal gebruiksvriendelijk ingericht in het omgevingsloket, althans: dat lijkt zo. Dat u na het indienen geen mogelijkheid meer heeft om meer activiteiten toe te voegen is gelegen in het feit dat er met termijnen “gerommeld” kan worden en u dus zou kunnen frauderen om bijvoorbeeld net voor het vergunnen alsnog een activiteit toe te voegen die wettelijk gezien van rechtswege vergund zou kunnen worden.

Soms moet u toch de zogenaamde onlosmakelijke activiteit bijvoegen bij uw aanvraag. Een veel komende fout die mensen maken is dat als men bijvoorbeeld activiteit “Het voeren van handelsreclame” aanvraagt bij een gemeente, zonder activiteit “Bouwen”. Activiteit “Bouwen” is namelijk ook verplicht, samen met “Reclame”, als u een ook een bord of enige vorm van bouwwerk ook aanbrengt.

Het schilderen van handelsreclame of plakken is niet vergunning plichtig voor de activiteit “Bouwen”.

Ik heb een kleine handleiding gemaakt waarin wordt uitgelegd hoe u handmatig een activiteit toevoegt, zonder dat u een hele nieuwe aanvraag indient. Dit moet u in principe alleen maar doen als u contact met de gemeente heeft gehad of dat de gemeente hierom heeft gevraagd.

Toevoegen activiteit bouwen

 

Wet private kwaliteitsborging niet goedkoper

De tweede kamer vind dat de kosten niet mogen toenemen met de nieuwe wet. Minister Blok betoogt dat hij een onderzoek heeft laten uitvoeren waarin staat dat er “is aangegeven dat de kostendaling als gevolg van deze wet naar verwachting zal uitkomen op een bedrag tussen de 230 en 290 miljoen.” Een kostendaling voor de overheid? Of voor de consument? Uiteindelijk betaald de consument de overheid, maar dat geheel ter zijde. De verwachting is dat er 500 ambtenaren minder nodig zijn ten aanzien van het nieuwe stelsel. Dat is geheel nog niet zeker, want het staat wel vast dat de vergunning afhandeling minder werk met zich mee brengt (de Bouwbesluittoets vervalt) en heleboel gemeentes hebben al becijferd dat dit een reductie van ongeveer 20% tot gevolg heeft. Dat zou er in theorie dus 20% minder leges betaald moeten worden. Maar hoeveel gaat de handhaving (extra) kosten? Er moet meer overleg tussen de kwaliteitsborger en gemeente plaats vinden, omdat de borger wel verantwoordelijk is maar geen bevoegd gezag is. Hoe gaat de kwaliteitsorger dan afdwingen dat de Polen die het werk doen hem verstaan en naar hem luisteren? Dat zal de gemeente dus moeten doen. Die mag alleen maar handhaven.

In het rapport van (Cebeon) de doorrekening staat letterlijk: “De huidige kosten van Wkb gerelateerde taken worden ingeschat op circa 644 miljoen euro per jaar (basis 2012-2014). Voor het vergunningendeel gaat het om circa 436 miljoen euro (68%) en toezicht en handhaving circa 208 miljoen euro (32%), waarvan 166 miljoen euro toezicht en 43 miljoen euro handhaving. Hier staan circa 405 miljoen euro aan inkomsten uit leges tegenover. Nader onderzoek van de financiële administraties (grootboeken) van in het onderzoek betrokken gemeenten laat zien dat circa 548 mln euro zou mogen worden gedekt uit legesinkomsten (dit is vergunningverlening inclusief eerste bouwtoezicht). Dit betekent in 2014 een dekkingstekort van circa 25%.”.

Afgezien van het huidige dekkingstekort is het zo dat de aangeven 230-290 miljoen pas effectief gehaald kan worden als alle gevolgklasse zijn ingevoerd, dus met andere woorden, pas in 2024 wanneer volgens de huidige planning alles doorgevoerd moet zijn, zijn de besparingen van kracht.

In het rapport van Cebeon staat dat de verwachting is dat met invoering van de Wkb het dekkingstekort uit de leges uitkomt op minder dan 20% (in 2024). Wie is zo naïef om te denken dat gemeentes dat niet zullen compenseren, leeft volgens mij in een andere wereld.

Trouwens minister Blok vermeldde fijn: “De inschatting is dat door de verschuiving van de taken van de gemeenten naar de kwaliteitsborger de kosten met dat bedrag (red. 230-290 miljoen) zullen dalen”. Maar dan moet hij het rapport nog eens goed lezen.  Cebeon maakt melding van een daling van die kosten, maar zij schat ook in dat daar minder leges inkomsten tegenover staan, namelijk 156-191 miljoen. Dus de netto besparing zou volgens Cebeon “slechts”  75-100 miljoen zijn. Ook nog wel een substantieel bedrag, maar dat is (ook volgens Cebeon) pas in 2024, wanneer alles is doorgevoerd. Ik schat in dat alleen de transitiekosten al zodanig hoog zijn, dat we pas geld gaan verdienen in 2040. En dan is alles weer anders….

Daar komt nog bij dat hier de kosten van de kwaliteitsborgers niet in zijn meegenomen, omdat ten tijde van het maken van het rapport de Amvb’s nog niet klaar waren. Hierdoor is er totaal geen inzicht in wat de consument moet en wanneer gaat betalen voor de kwaliteitsborger. De minister heeft in ieder geval bedrijven uitgesloten voor vrijstelling van de verplichting van kwaliteitsborger, dus die gaan per saldo hiervoor bloeden en hun prijzen dus weer doorberekenen.

Dus het is per saldo onzin dat het geld oplevert.

Daarbij valt nog op te merken dat er een soort van rechtsongelijkheid ontstaat die wordt veroorzaakt door een incomplete Amvb (tenminste het voorliggende concept). Als je het goed beschouwd is op dit moment geen kwaliteitsborger nodig voor:

  1. het bouwen van een op de grond staand bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van bijlage II bij het besluit omgevingsrecht, voor zover niet hoger dan 5 meter;
  2. een dakkapel;
  3. een dakraam, daklicht, lichtstraat of soortgelijke daglichtvoorziening in een dak;
  4. een kozijn, kozijninvulling of gevelpaneel;
  5. een zonwering, rolhek, luik of rolluik aan of in een gebouw;
  6. gewoon onderhoud van een bouwwerk;
  7. een andere verandering van een bouwwerk, mits geen verandering van de draagconstructie of van de brandcompartimentering of (beschermde) subbrandcompartimentering;
  8. tuinmeubilair;
  9. een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking;
  10. een sport- of speeltoestel voor uitsluitend particulier gebruik, mits uitsluitend functionerend met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens;
  11. een erf- of perceelafscheiding;
  12. een vlaggenmast.

Dat betekend dat je dus wel een kwaliteitsborger nodig heb voor vergunningsplichtige veranderingen aan een bestaand bouwwerk voor zover het betreft:

  1. Een (inpandige) doorbraak, welke de draagconstructie veranderd;
  2. Een doorbraak in de zijgevel die de draagconstructie veranderd, terwijl de aanbouw zelf geen kwaliteitsborger behoeft;
  3. Een zwembad;
  4. Een volière;
  5. Een fietsenstalling in je voortuin
  6. Een dakopbouw (omdat het hoger is dan 5 meter)
  7. Een antennemast
  8. Een woonwagen
  9. Een damwand hoger dan 1 meter
  10. Een woningsplitsing/ samenvoeging

Handhaven; de angst regeert.

Je maintiendrai (Ik zal handhaven), is de wapenspreuk van Nederland sinds 1815. Omdat dit in het wapen van de staat der Nederlanden is opgenomen, verplicht de overheid zichzelf om uitvoering te geven aan die spreuk, wat in meer of mindere mate ook gebeurt.

De gevolgen van niet handhaven zijn legio : denk maar aan een weg waar nooit op snelheid wordt gecontroleerd. Daar rijdt men over het algemeen altijd te hard. Ook wordt de roep om handhaving vanuit de maatschappij steeds groter. Een mooi voorbeeld hiervan is dat een bepaalde politieke partij roept dat we véél te tolerant zijn en te veel gedogen. Deze partij kan zich (volgens de opiniepeilers) gesterkt voelen door een groeiende achterban, wat wil zeggen dat de mensen achter deze uitspraken staan.

Nu wil ik het niet hebben over recht of onrecht, dan wel politieke opvattingen, maar wel over handhavingtactiek van bestuursorganen.
In het dagelijkse leven maken we steeds vaker mee dat een bestuursorgaan handhavend optreedt. Dit kan bestaan uit het opleggen van een dwangsom, het toepassen van bestuursdwang en, in de toekomst, het opleggen van een bestuurlijke boete. Drie handhavingmiddelen, die zijn ontworpen om diverse overtredingen te bestraffen, zodanig dat de prikkel zo groot is, dat de overtreding niet (meer) wordt begaan.

Waarom heeft de Nederlandse overheid bepaalt dat er drie handhavingmiddelen tot de beschikking van de lokale overheid staan? Dat zal zijn ontstaan door een bepaalde vraag om handhaving uit de samenleving. Maar wat is nu de beste tactiek om een overtreding ongedaan te maken en te houden? Het antwoord op deze vraag is niet zo gemakkelijk, aangezien dat van geval tot geval kan verschillen. Toch is er wel iets voor te zeggen waarom een bepaald handhavingmiddel het best kan worden ingezet. De bestuurlijke boete is hier op dit moment geen onderdeel van. De boete is vastgelegd voor een bepaald strafbaar feit en is dus vast omkadert. Wat is dan het afwegingskader om te beslissen of er een dwangsom wordt opgelegd of bestuursdwang wordt toegepast?

De ervaring leert dat de dwangsom in een groot aantal gevallen niet of nauwelijks het beoogde effect sorteert. Om hiervan een voorbeeld te geven: er wordt een dwangsom opgelegd op het geplaatst houden van een illegaal schuurtje. Stel dat de dwangsom € 50,- per dag bedraagt met een maximum van € 500,-. Vaak wordt er tegen dit soort overtredingen bezwaar en beroep ingesteld en normaal gesproken zal het bestuursorgaan, hangende de beroepstermijn, niet over gaan tot inning van die dwangsom. Dat betekent dat je zomaar een half jaar verder bent en er in die tussentijd meestal niets aan de situatie veranderd.
Het is nog maar de vraag of het bestuursorgaan hierna daadwerkelijk overgaat tot inning van de verbeurde bedragen, voorop gesteld dat het schuurtje is verwijderd of gelegaliseerd na de uitspraak op beroep.

De stelling is dan vaak: de overtreding is toch beëindigd, waarom zouden we dat geld nog innen? Dit is een foute stelling! Moet u zich eens voorstellen: hoeveel manuren zijn gaan zitten in de afhandeling van deze casus! Dan dekt die € 500,- bij lange na niet de daaraan bestede uren, nog afgezien van de eventuele griffiekosten die het bestuursorgaan in dit soort gevallen meestal zelf voor haar rekening neemt of daartoe door de rechter wordt veroordeeld. Daarbij komt nog een vervelend aspect, tenminste gezien vanuit het oogpunt van handhavingtactiek.

Gedurende de hele beroepstermijn heeft de overtreder het idee dat hij nog kans van slagen heeft. Dit zal hij ook uitdragen naar de buren (die dezelfde overtreding begaan), waardoor het effect van het handhaven, voor de toekomst, nagenoeg teniet wordt gedaan. Ook als de overtreder uiteindelijk zelf het schuurtje zal verwijderen, zal hij naar zijn omgeving uitdragen dat hij genoeg heeft van het procederen en zelf heeft beslist dat hij het schuurtje maar gaat verwijderen. Ook dit soort berichten doet geen goed aan vervolg handhavingtrajecten, aangezien dit niet getuigt van daadkracht van het bestuursorgaan.

Het moge duidelijk zijn dat toepassing van bestuursdwang hiervoor een effectiever middel zou zijn, zeker met het oog op vervolgacties. Als u in de voorgaande alinea het woord schuurtje vervangt door caravan, aanhanger, dakkapel en wat al niet meer, dan zult u begrijpen (en herkennen) dat een dwangsom niet altijd een goed handhavingmiddel is.
Waarom wordt er dan vaak gekozen voor dit middel? Het antwoord op deze vraag is: ANGST !

Angst van het bestuursorgaan om omkeerbare dingen te doen. Angst voor procedurefouten. Angst voor schadevergoedingen. Kortom: FAALANGST. Voor een beproefde handhavingprocedure is geen ruimte voor faalangst, waardoor er eerder wordt beslist om bestuursdwang toe te passen. Moeten er dan geen dwangsommen meer worden opgelegd? Nee! Dwangsommen kunnen en moeten nog steeds worden opgelegd, maar dan voor gedragingen van mensen of bedrijven. Hiermee wordt bedoeld dat als er bijvoorbeeld wiet wordt verkocht vanuit een woning, dit vaak een overtreding van een bestemmingsplan is door middel van een gedraging. Aangezien het sluiten van de woning een moeizame procedure is, kan er voor worden gekozen om hiervoor een exorbitant hoge dwangsom op te leggen.
In een uitspraak heeft de Raad van State bevestigd dat voor de verkoop van 1 joint een dwangsom mag worden verbeurd van € 30.000,-. Zo zijn er meer voorbeelden te noemen, waarbij gedragingen een grote rol spelen en een dwangsom hierbij een geëigend middel is om die illegale gedraging een halt toe te roepen. Denk hierbij ook aan verhuur van (leegstaande) woningen ten behoeve van de huisvesting van buitenlandse werknemers en verkeerd gebruik van gronden.

Tot slot nog een aantal tips om effectief te kunnen handhaven.
Stel u zelf eerst de vraag of het handhavingtraject kans heeft om te slagen. Bij bouwen in afwijking van een verleende bouwvergunning met een overschrijding van 1 centimeter is het niet zinvol om een handhavingtraject te starten.
Houd de procedure kort. Beperkt u tot een vooraanschrijving en een aanschrijving. Ga vooraf en tussendoor zo min mogelijk in discussie met de overtreder. Dat komt later wel in de bezwaar – en beroepsfase.
Stel de begunstigingstermijnen niet te lang. Het weghalen van een schuurtje hoeft geen begunstigingstermijn van een half jaar te hebben.
Werk niet met een vooraanschrijving die als een concept beschikking wordt toegezonden. Steeds meer uitspraken van de rechtbank richten zich op het onleesbaar worden of zijn van beschikkingen. Om mensen in kennis te stellen van een voornemen tot besluitvorming hoeft men niet direct alle wetsartikelen te noemen. Een brief in “gewone taal” als waarschuwing en als hoorbrief is, afhankelijk van de doelgroep, vaak veel effectiever.
Wees concreet in de omschrijving van de overtreding en de beëindiging daarvan. Ga geen hele verhandelingen houden over hoe een overtreding tot stand is gekomen (behoudens de zorgvuldige besluitvorming) en beperk u tot de hoofdzaak. Vaak grijpt een overtreder de kans aan om van bijzaken een punt te maken, waardoor de hoofdzaak wordt onderbelicht en men eerder verzandt in procedurefouten.
Acteer op tijd. Einde begunstigingstermijn is ACTIE !!!

voorbeeld vooraanschrijving instabiele muur

Geachte heer/ mevrouw

Er is geconstateerd dat het pand gelegen aan de {geanonimiseerd} bouwkundige gebreken vertoond. U staat geregistreerd als eigenaar van dit betreffende pand, derhalve achten wij u als verantwoordelijke om de gebreken te kunnen herstellen. De geconstateerde gebreken bestaan uit het instabiel zijn van het metselwerk op  de eerste verdieping, met name het ronde gedeelte van de gevel, alsook een gedeelte van de gevel parallel aan de {geanonimiseerd} op de begane grond en eerste verdieping. De gevel is gedeeltelijk zover naar voren gekomen, (en is naar onze mening niet stationair) dat er gevaar is ontstaan voor het uitklappen van dit gevelgedeelte, met alle gevolgen van dien. Dit is in strijd met de bepalingen van het Bouwbesluit 2012, met name de afdeling die de sterkte voorschrijft.

Waarschuwing

U dient deze gebreken te herstellen, zodanig dat de gevaarlijke situatie is weggenomen en aan de bepalingen van het Bouwbesluit wordt voldaan. Over twee weken na verzending van deze brief zullen wij controleren of de werkzaamheden in gang zijn gezet, danwel het gevaar niet meer aanwezig is. Indien u binnen de gestelde termijn geen gevolg geeft aan dit verzoek, hebben wij het voornemen om over te gaan tot het toepassen van bestuursdwang. Dit kan betekenen dat wij van gemeentewege kunnen overgaan tot het herstellen van de gevel. Het toepassen van bestuursdwang kan mede inhouden het opleggen van een last onder dwangsom. Daarbij zullen de kosten van het toepassen van deze dwangmiddelen voor uw rekening komen.

Zienswijze

Voordat wij hiertoe overgaan, stellen wij u op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid uw zienswijze ten aanzien van dit voornemen in te dienen. Wij verzoeken u daartoe uiterlijk binnen twee weken na verzending van deze brief uw zienswijze aan ons kenbaar te maken.

Informatie

voorbeeld machtiging tot binnentreden toezichthouder

Machtiging tot binnentreden in een woning

De Burgemeester van de gemeente {geanonimiseerd} bepaalt dat,

Gelet op artikel 5 Algemene wet op het binnentreden, artikel 100 Woningwet, artikel 5:15 Awb, artikel 149a Gemeentewet, artikel 6.3 van de Algemene plaatselijke verordening 2004

Geeft machtiging aan: persoon

Om voor het ten uitvoer brengen van een controle om aspecten van de Woningwet te controleren om desnoods zonder toestemming van de bewoner binnen te treden in de woning gelegen aan Geanonimiseerd

Voorts bepaal ik dat ook bij afwezigheid van de bewoner(s) in de genoemde woning kan worden binnengetreden.

Degene die bevoegd is zonder toestemming van de bewoner binnen te treden kan zich door anderen doen vergezellen, voor zover dit voor het doel van het binnentreden redelijkerwijs is vereist.

Deze machtiging is van kracht op de dag waarop zij is afgegeven en de drie daarop volgende dagen.

Afgegeven te {geanonimiseerd}

Op 29 maart 2020

 

De burgemeester van de gemeente {geanonimiseerd},

voorbeeld brief bestuursdwang

Constatering

Naar aanleiding van een controle d.d. 16 maart 2020, uitgevoerd door een toezichthouder van de gemeente “geanonimiseerd” delen wij u het volgende mede. Er is geconstateerd dat er een loods/ schuur wordt gerealiseerd op het perceel “geanonimiseerd”. Dit gebeurt zonder de hiervoor vereiste omgevingsvergunning. Op 8 april 2020 is geconstateerd dat u de berging verder heeft afgebouwd en dus geen gevolg heeft gegeven aan het verzoek zoals genoemd in onze vooraanschrijving.

Overtreding

Het bouwwerk is een omgevingsvergunningplichtig bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Voor uw perceel is voor de loods/schuur geen omgevingsvergunning verleend. Hierdoor handelt u in strijd met artikel 2.1, lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, welk artikel bepaalt dat het verboden is te bouwen zonder een vergunning verleend door het college van burgemeester en wethouders.

Legalisatie

Na legalisatieonderzoek is gebleken dat het bestemmingsplan “Noordgeest 1e herziening” dit soort bouwwerken niet toelaat. Vrijstelling van de bepalingen van het bestemmingsplan is niet mogelijk, gezien de afmetingen van het bouwwerk, welke de aangegeven maten in de geldende voorschriften fors overschrijden.

Motivatie

Legalisering is gezien het bovenstaande niet aan de orde. Maatschappelijke problemen zijn geen gronden waarop wij van zienswijze veranderen.

BESLUIT

Op grond van artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht gelasten wij u, dat u op bovengenoemd perceel, binnen zes weken, na dagtekening van deze brief, de genoemde strijdigheid met artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht moet hebben opgeheven. U dient de loods/ schuur, binnen 6 weken na dagtekening van deze brief, verwijdert te hebben.

 

Enkel indien u binnen deze termijn het illegaal gebouwde overeenkomstig dit besluit heeft hersteld, kan bestuursdwang worden voorkomen.

Indien u niet binnen de gestelde termijn op de hierboven voorgestelde wijze een einde heeft gemaakt aan de overtreding, zullen wij op uw kosten door middel van bestuursdwang een einde aan de overtreding maken. Dit betekent dat wij de bouwwerken van gemeentewege zullen slopen. De kosten daarvan zullen op grond van artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht op u worden verhaald.

Als u het niet eens bent met dit besluit  kunt u ingevolge het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na de verzenddatum van deze brief een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders.

Wij wijzen u erop dat het indienen van een bezwaarschrift niet betekent dat uw verplichting de overtreding binnen de gestelde termijn te beëindigen wordt uitgesteld. Het indienen van een bezwaarschrift heeft namelijk geen schorsende werking. Wel kunt u ingevolge artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Breda, Sector Bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 PA Breda, een verzoek om een voorlopige voorziening te treffen indienen, ook binnen 6 weken na dagtekening van deze brief. Hierbij dient u dan ook een bezwaar in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders.

 

Hoogachtend,

het college van burgemeester en wethouders van ‘geanonimiseerd’,

PKB goedkoper of juist niet?

18 januari 2016 is de wet Private kwaliteitsborging (PKB) besproken in de tweede kamer. Een van de belangrijkste argumenten van de weledelgeleerde heer Blok (minister) is dat er “is doorgerekend dat er de kostendaling als gevolg van deze wet naar verwachting zal uitkomen op een bedrag tussen de 230 en 290 miljoen”. Dat zou dan uit de (verlaagde) leges moeten komen, ook omdat er naar schatting 500 minder ambtenaren nodig zijn om het toets werk van een gemeente te doen, en natuurlijk minder toezicht. Echter voor de consument zal het voor het leeuwendeel niet goedkoper worden, maar juist duurder. Denk hierbij aan iemand die een (vergunningsplichtige) dakkapel wil maken.  Die betaald nu de minimale leges van zo’n gemiddeld € 150,- voor de vergunning. Misschien wordt dat € 120,- euro. Voor die “besparing” moet je wel een gecertificeerd bureau inhuren die de PKB uitvoert. Voorbereiding en controle bouw kost al snel 4 uur á € 65,- = € 260,-. Dat is dus een extra belasting van € 230,-. Voor grotere bouwwerken geldt de PKB nog niet, dus daar is geen besparing te halen. Deze kostenverzwaring gaat dus over de rug van de aanvrager met een kleine beurs.

Kap op aanbouw

Een kap of dakpannendak mag niet op een aanbouw die kleiner is dan 4 meter uit de gevel gemeten van een oorspronkelijk hoofdgebouw.

In Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (BOR) staat in artikel 2 onder 3a te lezen:

een op de grond staand bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan in achtererfgebied, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

  • a. voor zover op een afstand van niet meer dan 4 m van het oorspronkelijk hoofdgebouw, niet hoger dan:

    • 1°. 5 m,

    • 2°. 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, en

    • 3°. het hoofdgebouw.

Een aanbouw is een bijbehorend bouwwerk. In dit betreffende artikel van de BOR is geregeld wat u zonder vergunning mag bouwen. Dit artikel is niet van toepassing als u bij of aan een monument iets wilt aanbouwen. Hetzelfde geldt voor als u woning (of hoofdgebouw) in beschermd stads- of dorpsgezicht gebied is gelegen. Zowel een rijks- als gemeentelijk monument hebben die bescherming. Dit kunt u lezen in artikel 4a van bijlage II van de BOR. Hierin staat dat u voor de activiteit “Bouwen” geen vergunning nodig heeft, maar het verstoren van een monument is een aparte activiteit in een omgevingsvergunning. Daarvoor dient u dus wel een vergunning te hebben, maar u hoeft het bouwen niet te verantwoorden in de vergunning.

Een aanbouw met een schuin dak is dus wel mogelijk, als het lager blijft dan de 1e verdieping (plus 30 centimeter), maar in de praktijk zal dat een heel flauw dak worden. Pannen kunnen op een dak met een schuinte van minimaal 20 graden. Sommige pannen kunnen nog flauwer, maar 20 graden is vaak het minimum om de boel droog te houden.

mag je hennep kweken?

Nee, dat mag niet. De Opiumwet is daar vrij helder in: Het is verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid:

  • A.binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen;
  • B.te telen te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren;
  • C.aanwezig te hebben;
  • D.te vervaardigen.

Dus met andere woorden: zowel het hebben, houden en vervoeren van een joint of hennep is verboden.


Mag je dan niks in voorraad hebben?

Ja, dat mag wel echter voor eigen gebruik. Omdat het Openbaar Ministerie vindt dat ‘bij een hoeveelheid van vijf planten of minder aangenomen dat er geen sprake is van beroeps- of bedrijfsmatig handelen.’ wordt er over het algemeen geen vervolging ingesteld. Met andere woorden: het telen van vijf hennepplanten of minder is dus weliswaar verboden, maar wordt niet strafrechtelijk vervolgd. De planten worden wél in beslag genomen. Als de verdachte minderjarig is, volgt altijd een strafrechtelijke reactie. (bron politie.nl)

Bestemmingsplan

Het thuis telen van hennep is vaak verboden, ook volgens de bestuursrechtelijke wetgeving. Als je in een woning, vaak met de bestemming “Wonen” gaat telen, voor de handel, dan overtreed je de voorschriften van het bestemmingsplan aangezien kweken geen normale handeling is die onder het begrip “Wonen” geschaard kunnen worden. Het verkopen van hennep, hasj of anderszins vanuit de woning is ook vaak een overtreding van het bestemmingsplan, aangezien dat onder de noemer “Detailhandel” valt. Dat is niet hetzelfde als “Wonen”

Handhaving

Steeds vaker treedt de politie samen met de gemeente op om panden binnen te vallen waar een hennepkwekerij wordt vermoed. De gemeente kan dan op haar bevoegdheid (gevaar zetting door brandgevaar) met spoedeisende last van bestuursdwang de woning of pand betreden, waarna de politie ook het strafrechtelijk deel kan afhandelen. Een “voordeel” van deze methode is dat de gemeente de last van bestuursdwang kan uitvoeren en kosten van het opruimen kan verhalen op de overtreder. Als de politie zelfstandig binnenvalt mogen ze in principe de kosten van het leegruimen niet verhalen.

Op welke afstand van de erfscheiding mag ik een boom plaatsen?

In het Burgerlijk wetboek is geregeld dat u niet binnen 2 meter van uw erfgrens een boom mag planten. Over het Burgerlijk wetboek is de gemeente geen bevoegd gezag. Mocht u problemen ondervinden met dit soort dingen adviseren wij u contact op te nemen met uw rechtsbijstandverzekering of rechtswinkel. Deze kunnen u verder helpen in de te ondernemen stappen.
Natuurlijk willen we ook benadrukken dat u niet zomaar een boom moet planten, als dit schade kan opleveren aan de ondergrondse infrastructuur zoals bijvoorbeeld een gasleiding. U kunt hiervoor een zogenaamde klick-melding doen. Dan weet u of er leidingen onder de grond liggen.