Horeca

Horeca en vergunningen

U heeft als horeca ondernemer veel meer vergunningen nodig als bijvoorbeeld een bedrijf met reguliere detailhandel. Hieronder volgt een opsomming aan vergunningen en of toestemmingen waar u aan moet voldoen voordat u een horecaonderneming mag openen van de overheid.

  • Drank- en horecavergunning
  • Omgevingsvergunning
  • Exploitatievergunning
  • Gebruiksvergunning of melding

Drank en horecavergunning

Als u ter plaatse alcoholhoudende dranken verkoopt dient u in het bezit te van een Drank- en horecavergunning. Dit is een bepaling volgens de Drank- en horecawet. Hierin staat (artikel 3, lid 1): Het is verboden zonder daartoe strekkende vergunning van de burgemeester het horecabedrijf of slijtersbedrijf uit te oefenen.

Om te bepalen of u inderdaad een horecabedrijf heeft, dient uw bedrijf te voldoen aan de volgende bepaling van dezelfde wet (artikel 1): horecabedrijf: de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;

Drie dingen hierin zijn van belang, te weten; bedrijfsmatig, anders dan om niet en alcoholhoudend.

Alcoholhoudend is simpel. Verkoopt u iets met alcohol? Dan moet u volgens deze regel een DHW vergunning hebben. Het percentage alcohol maakt wel uit; alle percentages boven de 0,5 volume percentage zijn alcoholhoudende dranken (de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat). Uitzonderingen voor de verkoop van zwak alcoholhoudende zijn bijvoorbeeld supermarkten. Die mogen zwak alcoholhoudende dranken verkopen, maar niet ter plaatse laten nuttigen (artikel 18 DHW).

Bedrijfsmatig spreekt ook voor zich. Nagenoeg alles wat u vanuit uw bedrijf aan de klant verkoopt is bedrijfsmatig. Ook het bakje koffie geven tijdens het wachten is een bedrijfsmatige handeling. Een glaasje wijn laten proeven is ook een bedrijfsmatige handeling. Uiteindelijk heeft alles tot doel om uw product te verkopen en dus meer omzet te genereren.

Om niet betekend gratis voor de klant. Drank gratis weggeven zou mogen als het maar niet een bedrijfsmatig karakter zou hebben. Bijvoorbeeld een kop koffie aanbieden met een gratis fles wijn heeft als doel het kopje koffie te verkopen, dus is het niet “om niet” én bedrijfsmatig. Het laten proeven van een wijntje heeft ook als doel: koop meer van deze wijn. Als je dan al wijn verkoopt is het dus bedrijfsmatig. Wellicht is het niet lekker, dan is het daadwerkelijk “om niet”, maar daar mag je niet van uit gaan. Voor de verkoop van die wijn heb je tenslotte ook vaak een DHW vergunning nodig om überhaupt de wijn te mogen verkopen (tenzij je een supermarkt ben).

De DHW vergunning moet u bij uw gemeente aanvragen. Daar is (nog) geen centrale voorziening voor. U moet bij de aanvraag rekening houden dat u in het bezit moet zijn van de zogenaamde certificaat Sociale hygiëne, tenminste voor degene die op de vergunning worden genoemd. Dat zijn de leidinggevende die altijd aanwezig moeten zijn als uw bedrijf is geopend. Het zijn voor de wet leidinggevende. Dat hoeft in de praktijk natuurlijk niet zo te zijn. Ook vragen de meeste gemeentes een formulier voor de BIBOB. De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB) wordt gebruikt om te toetsen of u de investering niet met zwart geld doet. Dit is een aparte procedure, naast de aanvraag voor DHW vergunning, maar ze zijn wel gekoppeld. Zonder goedkeuring BIBOB is er een weigeringsgrond voor de DHW vergunning.


Bestemmingsplan

bestemmingsplanBestemmingsplannen worden door de overheid (gemeentes) gemaakt en vastgesteld. Daarin staat wat er in of bij een gebouw is toegestaan. Ook de openbare ruimte is daarin beschreven. Het pand waar u dus een horecabedrijf heeft of wilt beginnen dient dus de juiste bestemming te hebben. Als het niet de juiste bestemming heeft kunt u aan het bevoegd gezag (meestal de gemeente) een afwijking van het bestemmingsplan aanvragen, middels het indienen van een aanvraag voor omgevingsvergunning. Ook kunt u de wat langere weg bewandelen en een herziening van het bestemmingsplan aanvragen. U kunt de meeste bestemmingsplannen raadplegen op www.ruimtelijkeplannen.nl. Als uw plan voldoet aan het bestemmingsplan hoeft u geen omgevingsvergunning aan te vragen of te verkrijgen voor de activiteit Handelen in strijd met planologische regels. U kunt dus, afgezien van andere toestemmingen, het pand gebruiken zoals is voorgeschreven in het bestemmingsplan zonder omgevingsvergunning. Als u wilt (ver)bouwen dient u ook aan het bestemmingsplan te blijven voldoen. Afhankelijk van de verbouwing dient u hiervoor wel een vergunning aan te vragen, tenzij u vergunningsvrij iets wilt aanbouwen.


Omgevingsvergunning

Soms heeft u dus een omgevingsvergunning nodig. Zoals u hiervoor al heeft kunnen lezen is dit vaak afhankelijk van het bestemmingsplan. Dit hoeft niet altijd. De omgevingsvergunning kent 24 soorten activiteiten. De belangrijkste voor een horecabedrijf worden hier besproken.

Milieuvergunning of melding

Artikel 2.1 van de Wabo, lid 1 onder e schrijft voor dat u een omgevingsvergunning nodig heeft voor het oprichten, het veranderen of het in werking hebben van een inrichting. Nagenoeg ieder bedrijf is een inrichting. Een horecabedrijf is zeker ten alle tijden een inrichting. Echter het kan zijn dat u geen omgevingsvergunning nodig heeft voor uw bedrijf. Dit kunt u terug vinden in het Besluit omgevingsrecht. Deze verwijst naar het zogenaamde Activiteitenbesluit milieubeheer. Daar staat in hoofdstuk 3 welke bedrijven kunnen volstaan met het doen van een melding. Dan dient u volgens het activiteitenbesluit een type A of type B inrichting te hebben. We gaan hier de wetgeving niet herhalen, maar waar het op neer komt is dat als u met gevaarlijke stoffen werkt en of een heel groot bedrijf heeft dan kan u vergunningsplichtig zijn. Over het algemeen geldt dat niet voor horecaondernemingen, zelfs niet voor een hotel met 500 kamers. U kunt dus volstaan met het doen van een melding.

(ver)Bouwen

Als u voor uw horecabedrijf een pand wilt gaan (ver)bouwen, dan dient u soms ook een omgevingsvergunning aan te vragen met de zogenaamde activiteit Bouwen. Op www.omgevingsloket.nl kunt u een vergunningscheck doen om te kijken of u voor uw bouwplan een vergunning moet hebben. Dit is een aparte discipline die elders op onze website verder uitgelegd word.  Het veranderen van een interieur door bijvoorbeeld een andere keuken of plafond is niet vergunningsplichtig voor de activiteit bouwen. Ook het schilderen van het pand is niet vergunningsplichtig, tenzij u dat in hele erge opzichtige kleuren wilt doen of het pand is gelegen in een beschermd stads of dorpsgezicht en of het is een monument.

Gebruiksvergunning

In artikel 2.1, lid 1 onder d staat dat dat u een vergunning nodig heeft voor het brandveilig gebruik van een gebouw. Hierop zijn natuurlijk ook weer uitzonderingen die worden benoemd in het Bouwbesluit 2012. Meestal kunt u volstaan met het indienen van een melding. En soms hoeft u helemaal geen melding of vergunning te hebben. Een vergunningplicht geldt alleen als u meer dan 10 verzorgd (zieke mensen) of meer dan 10 personen laat slapen. Dit getal kan minder zijn als de gemeente dat heeft vastgesteld in een verordening. Kinderen onder de 12 jaar en meer dan 10 stuks dagverblijf verschaffen en of meer dan 10 gehandicapten is ook vergunningsplichtig. Dit staat allemaal in het Besluit omgevingsrecht, artikel 2.2. De melding is verplicht wanneer gelijktijdig meer dan 50 personen in een gebouw worden toegelaten. Onder de 50 mensen (inclusief personeel) hoeft u voor dit onderdeel niets te doen. De vergunning en de melding brandveilig gebruik kunnen worden aangevraagd via www.omgevingsloket.nl .

Sloopvergunning

slopen omgevingsloketDe sloopvergunning bestaat niet meer. Dat is in de meeste gevallen een melding geworden of in sommige gevallen een omgevingsvergunning. Als u met of zonder vergunning wilt gaan (ver)bouwen en er komt naar verwachting meer dan 10 m3 sloopafval vrij (let wel: sloopafval en geen interieur) komt en of u gaat asbest (laten) verwijderen dan dient u in het bezit te zijn van een sloopmelding.

Als het pand beschermd is door bijvoorbeeld een monumentenstatus of beschermd stads gezicht kan het zijn dat u daarvoor alsnog een vergunning aan moet vragen. Deze gaat u waarschijnlijk niet krijgen, aangezien het niet voor niets een bescherming heeft.

De sloopmelding is een vreemde procedure. Als u een correcte melding heeft ingediend dan heeft u op dat moment een geldige melding. De overheid hoeft hier niet op te reageren. Slechts als de overheid bepaald dat de melding onvolledig is, krijgt u hiervan een melding. Dan heeft u dus géén melding gedaan en dient u dat te corrigeren. De meeste gemeentes geven ook een bevestiging van een correcte melding. Zij kunnen hier ook voorwaarden aan koppelen, zoals bijvoorbeeld het indienen van een sloopveiligheidsplan. Houdt u rekening met het feit dat er vaak bij een sloopmelding een asbestinventarisatierapport moet zitten.

De vergunning en melding kunt u doen via www.omgevingsloket.nl

Monumentenvergunningen

Als u een monument gaat verbouwen heeft u vaak een omgevingsvergunning nodig. Afhankelijk van de verbouwing en of u monumentale waarde aantast, dient u hiervoor in het bezit te zijn van een omgevingsvergunning. Hiervoor zijn geen standaard bepalingen te vinden en is dus maatwerk. Voor nadere informatie dient u daadwerkelijk bij de gemeente te zijn. Deze kan dan bepalen of de monumentale waarde wordt aantast door u bouwplannen. Gemeentelijke monumenten zijn minder beschermd dan rijksmonumenten, maar dan nog; u heeft meestal een omgevingsvergunning met de activiteit veranderen of verstoren van een monument nodig.


Terrasvergunning

netherlands-1424996_960_720Iedere gemeente heeft een Algemene plaatselijke verordening (APV). Daarin staat meestal geregeld of u voor een terras een aparte vergunning moet aanvragen (of hebben). Sommige gemeentes hebben een speciale verordening voor terrassen. Of de gemeente waar u uw bedrijf wilt vestigen of heeft gevestigd eisen stelt aan terrassen dient u bij deze gemeente na te vragen. Vaak kunt u via de website van de gemeentes ook zoeken naar eisen aan terrassen. Een terras is onderdeel van uw inrichting. Daarvoor gelden dezelfde eisen (ten aanzien van de bediening) als waren het in een gebouw. Bij het verkrijgen of behandelen van een aanvraag voor terras moet ook worden afgewogen (of worden getoetst) of u terras ook mag volgens het bestemmingsplan. Als dat niet mag van het bestemmingsplan dient u ook een omgevingsvergunning te hebben met de activiteit planologisch strijdig gebruik. De ene vergunning sluit de andere niet uit. Vaak heeft u ze allebei nodig.

Als het gemeentegrond is waar u het terras wilt vestigen of hebben gevestigd, dient u vaak huur te betalen voor het in gebruik nemen van gemeentegrond. Dit wordt vaak ook precario genoemd. Het verschil tussen precario en huur is in principe nihil, behalve dat precario een belastingmaatregel is en huur een privaatrechtelijke overeenkomst.


Exploitatievergunning

In de Algemene plaatselijke verordening staat vaak nog een (oude) regeling opgenomen; de Exploitatievergunning. Deze is ooit in het leven geroepen om zwart geld circuit terug te dringen. Onder deze vergunningsplicht kan de overheid een ondernemer weigeren een vergunning te verlenen als hij of zij niet van onbesproken gedrag is. Ondanks dat het een oude regel is, hebben nog veel gemeenten deze regel opgenomen in de APV. Als deze regel dus opgenomen is dient u ook in het bezit te zijn van de exploitatievergunning. Deze vergunning geldt voor de gehele inrichting, dus ook voor uw terras.


Bedrijfschap horeca en catering

Ondernemers in de horeca-, recreatie- en cateringsector moeten hun onderneming binnen een maand aanmelden bij het Bedrijfschap Horeca en Catering. Dit is een wettelijke verplicht. Bedrijfschap Horeca en Catering


Speelautomaten

Speelautomaten bestaan nog. Vroeger waren er veel meer dan nu. Het is voor een ondernemer minder lucratief om deze automaten nog te hebben en is vaak een hoop “gedoe”. Als u speelautomaten wilt hebben, dient u in de APV van de gemeente te kijken of u überhaupt een automaat mag hebben. Als het mag dient u bij de gemeente een vergunning aan te vragen voor deze automaten. Als u zelf een kast koopt dient u ook een exploitatievergunning van de Kansspelautoriteit en een aanwezigheidsvergunning van de gemeente te hebben. Als u de kast huurt hoeft de exploitatievergunning van de kansspelautoriteit niet, omdat de verhuurder deze moet hebben.


Openingstijden (ontheffing)

Winkels mogen van maandag tot en met zaterdag geopend zijn tussen 6.00 en 22.00 uur. Een horecabedrijf is ook een winkel die zich aan deze tijden moet houden.  Wilt u langer open en of op zondag open, wat niet ongebruikelijk is  voor een horecabedrijf, dien je vaak een ontheffing aan te vragen voor een langere openstelling. Nagenoeg iedere gemeente heeft hier eigen regels voor. Voor deze specifieke verordeningen dient u dus navraag te doen bij uw gemeente. Ook vragen gemeentes een goede onderbouwing voor uw ontheffingsaanvraag. Denk hierbij aan onderwerpen als:toe te voegen bijlage

  • Bewijs van inschrijving KVK
  • (aanvraag) drank- en horecawetvergunning
  • Adres van locatie
  • Wat zijn de aangevraagde openingstijden
  • Is er bewaking (bijvoorbeeld na 22:00 beveiligers)
  • (eventueel) Instemming winkeliersvereniging

Als u een bijzondere gelegenheid heeft en deze duurt langer dan de “standaard”, dient u ook een ontheffing te hebben. Een gemeente kan voorwaarde aan een ontheffing koppelen, bijvoorbeeld dat na 0:00 uur alleen éénrichtingsverkeer is toegestaan en dat betekend dus dat er geen nieuwe klanten meer mogen komen ná 0:00 uur. Zittende klanten mogen dan blijven tot ze geen zin meer hebben of u het zat bent.


Reclame

Voor het maken van handelsreclame is vaak een vergunning noodzakelijk. Dit geldt over het algemeen niet als de reclame kleiner is dan 0,5 m2 en of de reclame aan 1 willekeurige zijde korter is dan 1 meter. Dit laatste staat vaak in de Algemene plaatselijke verordening (APV) van een gemeente. Kleine reclames zijn dus vergunningsvrij, uitzonderingen daar gelaten…. Meer informatie staat vaak in de APV van de desbetreffende gemeente. Een reclame vergunning voor de APV is dus noodzakelijk als u niet gaat bouwen. Bijvoorbeeld plakletters op een winkelruit is geen vorm van bouwen, maar wel van handelsreclame. Een vorm van bouwen is bijvoorbeeld een lichtbak op hangen aan uw gevel. Als u dus iets bouwt dient u een omgevingsvergunning met de activiteit Bouwen aan te vragen. Daarmee kan u het bouwwerk legitimeren. Gaat u schilderen of plakken dan dient u op basis van de APV een vergunning aan te vragen.
Beide vergunningen worden getoetst aan het beleid van de gemeente. Dat beleid staat in de welstandsnota van de betreffende gemeente. Hierin kunt u dus kijken wat een gemeente aanvaardbaar vind als reclame uiting.
Sommige gemeentes heffen precario op reclame uitingen. Dit is een vorm van belasting heffing.
Borden op de stoep of weg zijn vaak ook vergunningplichtige dingen die vergund kunnen worden op basis van de APV van de betreffende gemeente.