Tag Archives: vergunningsvrij

Wet private kwaliteitsborging niet goedkoper

De tweede kamer vind dat de kosten niet mogen toenemen met de nieuwe wet. Minister Blok betoogt dat hij een onderzoek heeft laten uitvoeren waarin staat dat er “is aangegeven dat de kostendaling als gevolg van deze wet naar verwachting zal uitkomen op een bedrag tussen de 230 en 290 miljoen.” Een kostendaling voor de overheid? Of voor de consument? Uiteindelijk betaald de consument de overheid, maar dat geheel ter zijde. De verwachting is dat er 500 ambtenaren minder nodig zijn ten aanzien van het nieuwe stelsel. Dat is geheel nog niet zeker, want het staat wel vast dat de vergunning afhandeling minder werk met zich mee brengt (de Bouwbesluittoets vervalt) en heleboel gemeentes hebben al becijferd dat dit een reductie van ongeveer 20% tot gevolg heeft. Dat zou er in theorie dus 20% minder leges betaald moeten worden. Maar hoeveel gaat de handhaving (extra) kosten? Er moet meer overleg tussen de kwaliteitsborger en gemeente plaats vinden, omdat de borger wel verantwoordelijk is maar geen bevoegd gezag is. Hoe gaat de kwaliteitsorger dan afdwingen dat de Polen die het werk doen hem verstaan en naar hem luisteren? Dat zal de gemeente dus moeten doen. Die mag alleen maar handhaven.

In het rapport van (Cebeon) de doorrekening staat letterlijk: “De huidige kosten van Wkb gerelateerde taken worden ingeschat op circa 644 miljoen euro per jaar (basis 2012-2014). Voor het vergunningendeel gaat het om circa 436 miljoen euro (68%) en toezicht en handhaving circa 208 miljoen euro (32%), waarvan 166 miljoen euro toezicht en 43 miljoen euro handhaving. Hier staan circa 405 miljoen euro aan inkomsten uit leges tegenover. Nader onderzoek van de financiële administraties (grootboeken) van in het onderzoek betrokken gemeenten laat zien dat circa 548 mln euro zou mogen worden gedekt uit legesinkomsten (dit is vergunningverlening inclusief eerste bouwtoezicht). Dit betekent in 2014 een dekkingstekort van circa 25%.”.

Afgezien van het huidige dekkingstekort is het zo dat de aangeven 230-290 miljoen pas effectief gehaald kan worden als alle gevolgklasse zijn ingevoerd, dus met andere woorden, pas in 2024 wanneer volgens de huidige planning alles doorgevoerd moet zijn, zijn de besparingen van kracht.

In het rapport van Cebeon staat dat de verwachting is dat met invoering van de Wkb het dekkingstekort uit de leges uitkomt op minder dan 20% (in 2024). Wie is zo naïef om te denken dat gemeentes dat niet zullen compenseren, leeft volgens mij in een andere wereld.

Trouwens minister Blok vermeldde fijn: “De inschatting is dat door de verschuiving van de taken van de gemeenten naar de kwaliteitsborger de kosten met dat bedrag (red. 230-290 miljoen) zullen dalen”. Maar dan moet hij het rapport nog eens goed lezen.  Cebeon maakt melding van een daling van die kosten, maar zij schat ook in dat daar minder leges inkomsten tegenover staan, namelijk 156-191 miljoen. Dus de netto besparing zou volgens Cebeon “slechts”  75-100 miljoen zijn. Ook nog wel een substantieel bedrag, maar dat is (ook volgens Cebeon) pas in 2024, wanneer alles is doorgevoerd. Ik schat in dat alleen de transitiekosten al zodanig hoog zijn, dat we pas geld gaan verdienen in 2040. En dan is alles weer anders….

Daar komt nog bij dat hier de kosten van de kwaliteitsborgers niet in zijn meegenomen, omdat ten tijde van het maken van het rapport de Amvb’s nog niet klaar waren. Hierdoor is er totaal geen inzicht in wat de consument moet en wanneer gaat betalen voor de kwaliteitsborger. De minister heeft in ieder geval bedrijven uitgesloten voor vrijstelling van de verplichting van kwaliteitsborger, dus die gaan per saldo hiervoor bloeden en hun prijzen dus weer doorberekenen.

Dus het is per saldo onzin dat het geld oplevert.

Daarbij valt nog op te merken dat er een soort van rechtsongelijkheid ontstaat die wordt veroorzaakt door een incomplete Amvb (tenminste het voorliggende concept). Als je het goed beschouwd is op dit moment geen kwaliteitsborger nodig voor:

  1. het bouwen van een op de grond staand bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van bijlage II bij het besluit omgevingsrecht, voor zover niet hoger dan 5 meter;
  2. een dakkapel;
  3. een dakraam, daklicht, lichtstraat of soortgelijke daglichtvoorziening in een dak;
  4. een kozijn, kozijninvulling of gevelpaneel;
  5. een zonwering, rolhek, luik of rolluik aan of in een gebouw;
  6. gewoon onderhoud van een bouwwerk;
  7. een andere verandering van een bouwwerk, mits geen verandering van de draagconstructie of van de brandcompartimentering of (beschermde) subbrandcompartimentering;
  8. tuinmeubilair;
  9. een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking;
  10. een sport- of speeltoestel voor uitsluitend particulier gebruik, mits uitsluitend functionerend met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens;
  11. een erf- of perceelafscheiding;
  12. een vlaggenmast.

Dat betekend dat je dus wel een kwaliteitsborger nodig heb voor vergunningsplichtige veranderingen aan een bestaand bouwwerk voor zover het betreft:

  1. Een (inpandige) doorbraak, welke de draagconstructie veranderd;
  2. Een doorbraak in de zijgevel die de draagconstructie veranderd, terwijl de aanbouw zelf geen kwaliteitsborger behoeft;
  3. Een zwembad;
  4. Een volière;
  5. Een fietsenstalling in je voortuin
  6. Een dakopbouw (omdat het hoger is dan 5 meter)
  7. Een antennemast
  8. Een woonwagen
  9. Een damwand hoger dan 1 meter
  10. Een woningsplitsing/ samenvoeging

Kap op aanbouw

Een kap of dakpannendak mag niet op een aanbouw die kleiner is dan 4 meter uit de gevel gemeten van een oorspronkelijk hoofdgebouw.

In Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (BOR) staat in artikel 2 onder 3a te lezen:

een op de grond staand bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan in achtererfgebied, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

  • a. voor zover op een afstand van niet meer dan 4 m van het oorspronkelijk hoofdgebouw, niet hoger dan:

    • 1°. 5 m,

    • 2°. 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, en

    • 3°. het hoofdgebouw.

Een aanbouw is een bijbehorend bouwwerk. In dit betreffende artikel van de BOR is geregeld wat u zonder vergunning mag bouwen. Dit artikel is niet van toepassing als u bij of aan een monument iets wilt aanbouwen. Hetzelfde geldt voor als u woning (of hoofdgebouw) in beschermd stads- of dorpsgezicht gebied is gelegen. Zowel een rijks- als gemeentelijk monument hebben die bescherming. Dit kunt u lezen in artikel 4a van bijlage II van de BOR. Hierin staat dat u voor de activiteit “Bouwen” geen vergunning nodig heeft, maar het verstoren van een monument is een aparte activiteit in een omgevingsvergunning. Daarvoor dient u dus wel een vergunning te hebben, maar u hoeft het bouwen niet te verantwoorden in de vergunning.

Een aanbouw met een schuin dak is dus wel mogelijk, als het lager blijft dan de 1e verdieping (plus 30 centimeter), maar in de praktijk zal dat een heel flauw dak worden. Pannen kunnen op een dak met een schuinte van minimaal 20 graden. Sommige pannen kunnen nog flauwer, maar 20 graden is vaak het minimum om de boel droog te houden.

Mag ik eenzelfde dakkapel als mijn buurman?

Meestal wel. Dakkapellen op dezelfde woningen mogen worden gebouwd als ze gelijk zijn aan eerder geplaatste dakkapellen. Als u niet vergunningsvrij bent om de dakkapel te plaatsen dient u een volledige aanvraag te doen voor omgevingsvergunning. Een afwijkende dakkapel op hetzelfde bouwblok of rijtje wordt in beginsel niet goedgekeurd. Ook als de dakkapel van de buurman illegaal neergezet is, geldt dat geen garantie dat de vergunning ook wordt verleend. In onze welstandnota en het bestemmingsplan kunt u meer lezen over de voorschriften. Natuurlijk kunt u ook kijken op www.omgevingsloket.nl of uw plan voor een dakkapel niet vergunningsvrij is.

Om mijn tuin te verharden of te betegelen, heb ik dan een omgevingsvergunning nodig?

Soms. In het bestemmingsplan is voorgeschreven wanneer u alleen met een omgevingsvergunning mag gaan verharden, spitten of graven. Dit is de activiteit aanleggen. Slechts als er een verbodsbepaling van kracht is mag u zonder vergunning niets doen. Dat kunt u nalezen in het bestemmingsplan, welke te raadplegen is op http://www.ruimtelijkeplannen.nl. Ook midden in de stad kan het zo zijn dat u niets “zomaar” in de grond mag doen aangezien er overal rioleringen en of (gas)leidingen liggen. Deze moeten voor onderhoud bereikbaar blijven. Vandaar dat u soms een vergunning aan moet vragen voor het aanleggen van een verharding.

Ik heb toestemming van het Waterschap om een steiger te bouwen. Moet de gemeente ook toestemming geven?

Ja. Toestemming of vergunning van het Waterschap of andere overheden sluiten niet uit dat er nog een vergunning noodzakelijk is. Over het algemeen heeft u voor het bouwen van een steiger 2 vergunningen nodig: 1 omgevingsvergunning voor het bouwen (bij de gemeente) en 1 bij het Waterschap (de zogenaamde keur vergunning). Via http://www.omgevingsloket.nl/ kunt u beide vergunningen wel tegelijkertijd aanvragen.

Hoe groot is mijn achtererfgebied?

Uw achtererfgebied wordt begrenst door een andere bestemming die het bestemmingsplan voorschrijft. Met andere woorden: als u veel grond bezit en het achterland is bijvoorbeeld een agrarische bestemming, terwijl uw woonhuis de bestemming “Wonen” heeft, is de grens van uw achtererfgebied de scheiding tussen “Agrarisch” en “Wonen”. De bestemming “Tuin” en “Wonen” zijn bedoeld voor hetzelfde doeleind en vormen dus samen 1 geheel en dus in voorkomende gevallen zal dat niet de grens vormen tussen verschillende bestemmingen zoals in het voorbeeld. De bestemming “Wonen” en “bedrijfsdoeleinden” zijn ook niet gelijkwaardige bestemmingen en dus zal dit wel een grens vormen voor uw achtererfgebied.

Mag ik vergunningsvrij een stal bouwen in een weiland?

Nee. Voor het bouwen van een stal of ander gebouw of bouwwerk in een weiland is een vergunning noodzakelijk. Het is tenslotte geen bijbehorend bouwwerk (zoals genoemd in het Besluit omgevingsrecht) bij een bestaand hoofdgebouw. Het enige wat vergunningsvrij gebouwd mag worden in of aan het weiland is een hekwerk van maximaal 1 meter hoog. U kunt dit nalezen in het Besluit omgevingsrecht door de link: http://wetten.overheid.nl/BWBR0027464/

Mag ik een tent neerzetten zonder vergunning?

U mag op eigen grond een tent neerzetten zonder vergunning. Deze mag maximaal 30 dagen staan. Als de tent langer moet blijven staan, dient u een vergunning aan te vragen. We kunnen u alvast wel melden dat gemeentes daar heel terughoudend in zijn met het vergunnen van dit soort bouwwerken.

U mag er niet in kamperen.

Als de tent bedoeld is voor het verblijven van mensen moet hij constructief wel voldoen aan de geldende eisen. Voor een kampeermiddel zijn er geen eisen, maar voor een tent voor feestelijkheden (zoals bijvoorbeeld een tent voor een straatfeest) gelden de eisen die de leverancier daar aan stelt. Mogelijk heeft u wel een evenementenvergunning nodig.

Is bouwen in het achtererfgebied altijd vergunningsvrij?

Nee. Bouwen in het achtererfgebied (of bebouwingsgebied) is niet altijd zomaar vergunningsvrij. In de bestemmingsplannen staan af en toe veiligheidszones vermeld, zoals vaak naast watergangen of dijklichamen. Gas-transportleidingen of rioleringen zijn ook vaak aangewezen als veiligheidszone. In deze gebieden mag niet zonder vergunningen worden gebouwd. Ook bij monumenten en of beschermd stads en dorpsgezicht is meestal niets vergunningsvrij. Op http://www.ruimtelijkeplannen.nl/ kunt u het bestemmingsplan terug vinden. Bovenstaand kunt u nalezen in het Besluit omgevingsrecht, te vinden op: http://wetten.overheid.nl/BWBR0027464/